Assassin's Creed IV: Black Flag Review
In de afgelopen jaren, en dan met name de huidige generatie, zijn er niet veel games over piraten gemaakt. Dat is vreemd, want met de Pirates of the Caribbean-franchise kreeg de populariteit van piraten een enorme boost en over het algemeen zijn piraten ook favoriete figuren onder gamers. Nog opvallender, omdat dat andere ondergeschoven genre, het Wilde Westen, juist wel een enorme opleving maakte. En dat terwijl westerns tegenwoordig bijna niet meer worden gemaakt. Gelukkig zette de Assassin’s Creed-serie een voet aan boord van een viermaster en maakte de Caraïben onveilig. Yarr of Narr?
Dat de serie toe was aan een compleet nieuw personage en een nieuw gebied, dat mocht duidelijk zijn, want voorganger Connor uit Assassin’s Creed III was zacht gezegd niet zo geliefd. Niet verwonderlijk ook, omdat hij in tegenstelling tot de andere Assassins intellect, charisma en verstand miste. In diezelfde game maakten we echter ook kennis met Connor’s vader, Haytham Kenway. Een, jawel, slimme, charismatische man die zeer verstandig was. Waarom we na de introductie niet doodleuk verder gingen met Haytham, is onbegrijpelijk. Gelukkig zag Ubisoft die fout ook in en daarom werd het nieuwe personage Edward Kenway, Haytham’s vader en Connor’s opa.
Opportunistisch als Edward is, vertrekt hij uit het regenachtige Swansea naar het zonnige Caribisch gebied om daar een naam te maken en rijk terug te keren naar zijn vrouw. Zoals een echte piraat betaamt, geeft Edward alleen om de simpele dingen in het leven; goud, drank en, ondanks zijn huwelijkse voorwaarden, af en toe een vrouwelijk achterwerk inspecteren. Al dat gedoe rond Assassins en Templars? Daar geeft Edward eigenlijk helemaal niks om, als er maar geld te verdienen valt. En dat doet onze beste Edward dan ook. Het is verfrissend om te zien hoe hij als het ware al die andere Assassins bekritiseert, waarom genieten ze niet gewoon van het leven?
Bijna net zo verfrissend is het om te zien hoe Ubisoft is omgesprongen met het ‘hedendaagse’ verhaal. Vanwege spoilers zal ik niet al te uitgebreid ingaan, maar het komt er op neer dat je niet meer met Desmond speelt, maar met een Abstergo-medewerker. Abstergo is namelijk, houdt je vast, een verbond aangegaan met Ubisoft om realistische game te maken en zo iedereen te onderwijzen over de geschiedenis die onze wereld rijk is. In Black Flag zijn er, gelukkig, maar een paar stukjes waar je verplicht in de hedendaagse wereld moet doorbrengen en die zijn ook niet van lange duur. Dit komt de inleving van Edward en de zijnen alleen maar ten goede, want je word nu niet keer op keer die wereld uitgetrokken om een triviaal klusje met Desmond of iemand anders te voltooien. Voor de spelers die computers willen hacken en alle achtergrondinformatie willen weten, is dat ook zeker mogelijk, maar dat is nu optioneel in plaats van verplichte kost.
Waar Ubisoft op die plekken veel heeft veranderd, daar blijft het bij de basis eigenlijk onveranderd. Je rent nog steeds over daken als een pasgeboren aapje en gevechten worden over het algemeen nog steeds uitgevochten in een cirkeltje. De nieuwe toevoegingen op het gebied van combat, zijn echter wel ten goede gekomen van deze oude formule. Want het feit dat Edward vier pistolen kan dragen en het miksysteem op de schop is gegooid, zorgt ervoor dat je meer dan ooit tevoren bezig bent met vechten op de lange afstand en daarna pas je lichaam in het spel gooit. Het vechten met twee zwaarden geeft je tevens echt het gevoel dat je een piraat bent, die zwalkend als een dronken ballerina gaatjes prikt in de longen van tegenstanders.
Maar het echte piratengevoel krijg je wanneer je op jouw eigen schip, The Jackdaw, stapt en de woelige baren onveilig maakt. De wereld is bijna vanaf het eerste moment helemaal open en je bent vrij om te gaan en te staan waar je maar wilt. Als je de vijandige schepen overleeft natuurlijk. Het logge en langzame schip uit Assassin’s Creed III is niks meer vergeleken met The Jackdaw, die sneller en een stuk wendbaarder is en veel sneller de kanonnen kan vuren. Iets minder realistisch, maar in dit geval een welkome toevoeging aan het speelplezier. Nadat je een schip tot stilstand hebt gebracht kan je een genadeschot geven en het schip, met bemanning en al, naar Davy Jones’ Locker sturen. Wat je ook kan doen, is het schip enteren. Je kunt vanaf je eigen schip met kleine kanonnen op de bemanning van de tegenpartij vuren, terwijl jouw bemanning het vijandige schip met enterhaken langzaam maar zeker tot jou trekt. Vervolgens kan je met een touw op het andere schip slingeren en daar in hand-tot-hand-gevechten de bemanning tot overgave dwingen. Dat is een stuk ‘voordeliger’, omdat je dat schip namelijk tot jouw eigen vloot kan rekenen, de bemanning over kan nemen en alle waardevolle spullen in het schip jatten.
Naast al deze illegale bezigheden kan Edward ook nog jagen, op het droge en op zee, om upgrades en outfits voor zichzelf te maken. Als je vier pistolen op zak wilt hebben, dan moet je eerst alle vier de holster upgrades maken. Dat gaat nu op dezelfde manier als in Far Cry 3. Je kijkt welke materialen je nodig hebt voor de desbetreffende upgrade, je doodt het dier en ontdoet het van zijn vacht en in het menu maak je de upgrade. Het toont goed aan hoe Ubisoft de gedachte van plezier boven puur realisme heeft gesteld, het jagen in ACIII ging namelijk een stuk omslachtiger en haalde volledig het tempo uit het spel. Zo zorgt het Fast Travel-systeem ervoor dat je niet onnodig lang aan het reizen bent, het kan wel, maar de game stelt je voor een keuze en dwingt je niet om een bepaalde actie te ondernemen. Met Black Flag heeft Ubisoft een zeer grote stap in de goede richting gezet, natuurlijk zitten er weer typische AC-bugs in en kleine foutjes, maar het speelplezier dat Black Flag biedt tegenover zijn voorganger is zo immens, dat je dat eigenlijk door de vingers ziet. Arrr!
De game huisvest ook verschillende multiplayer-modi, maar die zijn buiten de beschouwing gelaten.